Toelatingstoets Bedrijfseconomie
Deze toets- en voorbereidingsstof is van toepassing voor de toetsen die worden afgenomen in studiejaar 2024-2025.
Inhoud
Hieronder vind je in grote lijnen belangrijke begrippen die aan bod kunnen komen op de toets:
Financiële Zelfredzaamheid: Verzekeren, lenen, sparen, beleggen, kopen, huren, hypotheken, samenleven, scheiden, ondernemerschap vs. arbeidsrelatie;
Ondernemingsplan: inhoud, eisen aan starten onderneming, rechtsvormen;
Financieel plan: Investeringsbegroting, beginbalans, financieringsplan, exploitatiebegroting, liquiditeitsbegroting, begrote eindbalans, beoordeling financieel plan;
Financiering: verschillende vormen van vermogen (eigen vermogen en vreemd vermogen)
Financiële stuurinformatie m.b.t. Rentabiliteit (REV, RTV, IVV), Liquiditeit (Current Ratio, Quick Ratio), Solvabiliteit (Debt Ratio, Solvabiliteitspercentage)
Kosten en opbrengsten: onderscheid kosten en uitgaven, opbrengsten en ontvangsten, variabele en vaste kosten, break even analyse, btw
Type toets
De toets bestaat uit MC en open vragen.
Hulpmiddelen
Tijdens de toets is het gebruik van een niet programmeerbare rekenmachine toegestaan.
Wil je je voorbereiden?
Bedrijfseconomie
De toets sluit aan op de examenstof va het vak Bedrijfseconomie voor de havo. Alleen de onderstaande domeinen komen bij de toets aan de orde.
Bij de voorbereiding kan de examenbundel Havo bedrijfseconomie en het boekje Samengevat havo Bedrijfseconomie worden gebruikt (op de website examenbundel.nl zijn beide boeken samen met korting te verkrijgen).
Domein A:
De vaardigheden van Domein A zijn nodig om de andere domeinen te beheersen.
Domein B (genoemde paragrafen inclusief de subparagrafen):
11.2 Financiële keuzes met betrekking tot verzekeren, lenen, sparen en beleggen uitleggen en berekenen;
11.3 De financiële gevolgen van de keuze voor het huren of kopen van een woonhuis uitleggen en berekenen;
11.4 De financiële en wettelijke consequenties van samenwonen, trouwen en scheiden noemen en berekenen;
12.1 De voor- en nadelen van een arbeidsrelatie versus zelfstandig ondernemerschap beoordelen;
12.3 In de rol van ondernemer de verschillende onderdelen van een ondernemingsplan opstellen.
12.4 De verschillende verplichtingen met betrekking tot de oprichting van een startende eenmanszaak door een ondernemer uitleggen;
13.1 In de rol van ondernemer en/of de bestuurder bij de bepaling van de geschikte rechtsvorm voor de eigen organisatie uitleggen.
Domein D (genoemde paragrafen inclusief subparagrafen):
18.1 De verschillende financieringsmogelijkheden voor een startende eenmanszaak/vof begrijpen;
19.1 t/m 19.5 In een financieringsvraagstuk de redenen voor het aantrekken van verschillende types vermogen onderscheiden en uitleggen;
20.1 De gevolgen van de verhouding tussen eigen vermogen/vreemd vermogen voor het interestpercentage op vreemd vermogen en het faillissementsrisico analyseren.
20.2 De voorwaarden die vermogensverschaffers stellen uitleggen.
Domein F:
23.1 t/m 23.5 Financiële feiten inventariseren en verwerken tot financiële overzichten (beginbalans, winst- en verliesrekening, liquiditeitsoverzicht, eindbalans en samenhang; kosten op basis van uitgaven en opbrengsten op basis van ontvangsten en vice versa; btw)
25.1 t/m 25.8 Verschillende kostensoorten onderscheiden, de winst bepalen en verschillen verklaren (o.a. omzet berekenen, constante en variabele kosten, break-even afzet en break-even omzet, resultaat berekenen, winstverdeling opstellen).
Domein G:
26.1 t/m 26.5 De jaarrekening van een eenvoudige organisatie interpreteren en uitleggen (verschillende posten, kengetallen liquiditeit, solvabiliteit en rentabiliteit uitleggen en berekenen)
Zie: https://www.examenblad.nl/2025/havo/vakken/maatschappijvakken/bedrijfseconomie-havo voor nadere toelichting over de inhoud.
Het is aan te raden om vooraf goed de syllabus door te nemen, zodat je duidelijk ziet welke onderdelen er allemaal getoetst kunnen worden. Het examenprogramma is de afgelopen jaren op enkele punten gewijzigd. Verouderde examenbundels/boeken kunnen worden gebruikt maar zullen stof bevatten die niet wordt gevraagd tijdens deze toets, en zullen ook stof missen die juist wel kan worden gevraagd tijdens deze toets.
De toets bestaat voor ongeveer 20-40% uit theorie en voor de rest vooral uit rekenopgaven.
Schrijf altijd de berekening op (ook bij het maken van de toets).
Bekijk eventueel de eindexamens van havo-5 van de afgelopen twee jaar en oefen daarmee. De examens en antwoorden zijn online te vinden. Let op: niet alle eindexamenstof komt terug op de kennistoets. Doe dit alleen als je goed onderscheid kunt maken tussen wat wel van toepassing is en wat niet.
NB: Het maken van een toelatingstoets zal de een makkelijker afgaan dan de ander. Met name als je al een tijdje geen onderwijs in dit vak hebt gevolgd, kan het een pittige opgave zijn. We raden je aan de stof grondig voor te bereiden, eventueel met hulp of bijles en daar ook voldoende tijd voor te nemen. Een ‘paar weken’ is doorgaans niet voldoende voor het bijspijkeren van de gemiste stof van een aantal schooljaren.